‘Aan welke kant sta jij eigenlijk Herman?’ Lucia knijpt haar ogen samen. Vier maanden geleden heeft ze haar lange haar afgeknipt en zwart laten verven. Ze ziet er uit als een overjarige punker. In niets lijkt ze nog op de foto van de volslanke vrouw die overal op internet te vinden is. Op advies van de politie en nadat er stenen door de ruiten zijn gegooid, zijn ze in Zuid-Limburg ondergedoken.
‘Dit monster is ons kind niet meer. Was het maar nooit geboren. Ik begrijp absoluut niet dat je zelfs maar overweegt om het op te zoeken. Hoe kan je!’
Stil ziet hij zijn vrouw aan. Logica is nooit haar sterkste kant geweest. Ze stopt altijd halverwege een redenering. Logica. Dat is altijd zijn houvast geweest in het leven. Natuurlijk, het leven is niet logisch, maar je kan het wel logisch proberen te maken. Actie is reactie.
‘Wij zijn als ouders verantwoordelijk voor onze zoon’, zegt hij zo kalm mogelijk. Het is zijn plicht het ook voor haar logisch te maken. ‘En dus ga ik naar Vincent toe.’
Zij spreekt alleen nog van ‘het monster.’ Het monster dat hij zo nodig op zijn twaalfde al mee moest nemen naar schietclub Wilhelm Tell. Alsof zij geen invloed en verantwoordelijkheid heeft gehad.
Logisch blijven denken. Hadden ze het kunnen weten? Wat heeft hij over het hoofd gezien? Hij bewaarde zijn geweer thuis. Keurig volgens de voorschriften: achter slot en grendel, munitie en wapen gescheiden van elkaar. De sleutel van de kluis op een plek waarvan hij dacht dat hij die als enige wist.
Hij staart naar buiten, waar een kat op een merel loert. Hij zou de kat weg moeten jagen. Hij merkt dat Lucia hem scherp observeert. Hij weet wat er komt. Jaagt hij de kat weg, dan zal ze zeggen: ‘Was je vroeger maar zo alert geweest.’ En als hij niet ingrijpt, dan zegt ze: ‘Je bent altijd al een slappeling geweest.’
Verantwoordelijkheid nemen. Vinnie is zijn jongen. Actie is reactie.
Natuurlijk heeft hij zich zorgen gemaakt toen de jongen vanaf zijn veertiende alleen nog zwarte kleren droeg. Maar in iedere klas zitten wel een paar Gothic types, zei de mentor. En is Lucia vergeten dat ze Vinnie het T-shirt cadeau deed met de tekst: ‘Say your last prayer’? Het T-shirt dat Vinnie op de fatale dag droeg. Had hij kunnen weten dat Vinnie neonazipropaganda verspreidde?
In opdracht van de psycholoog met wie hij nu zeker tien gesprekken heeft gevoerd, heeft hij alles opgeschreven wat hij zich van de jeugd van zijn zoon herinnert.
Een van zijn eerste herinneringen is dat ze samen een paar jonge vogeltjes begroeven en Vinnie er een takje bij zette. Twee weken later had hij gezien dat de aarde omgewoeld was. Toen hij Vinnie er naar vroeg, zei hij dat hij de vogeltjes had opgegraven om te zien hoe ze er nu uitzagen.
‘Hij wordt later patholoog-anatoom’, had Lucia trots gezegd. ‘Dat heeft hij vast van mij, met mijn achtergrond als laboratoriumassistent.’
Maar alle herinneringen lopen dood op vier mei.
Lucia en hij waren niet thuis geweest, ze waren naar de verjaardag van de voorzitter van de schietclub.
De stille tocht door het dorp eindigde met een kranslegging bij de kerk, vlakbij hun huis. Vinnie had alles voorbereid, hij had er met zijn mobiel zelfs een opname van gemaakt. De klanken van de Last Post verwaaiden over het plein waar ruim honderd mensen stil waren.
Toen begon het schieten.
Droog, weloverwogen, met de rust van een dartspeler.
Precies zoals hij zijn zoon heeft geleerd: rust, concentratie, focus, nu.
Rust, concentratie, focus, nu.
Rustig doorademen. Hij heeft de precisie van zijn vader, hadden ze ooit op de schietclub gezegd.
Twee keer heeft hij de film gezien. De eerste keer op het politiebureau, de tweede keer samen met de psycholoog. Bij het eerste schot keken sommigen verstoord op. Pas toen er nog twee mensen voorover op straat vielen, drong door wat er gebeurde. Leden van het fanfarekorps renden naar de deur van de kerk, trompetten kletterden over de straat, de menigte stoof uiteen, kinderen begonnen te huilen, er vielen fietsen om, een vrouw op krukken werd omver gelopen. Op de geluidsband hoorde hij hoe Vinnie rustig en regelmatig doorademde.
Rust, concentratie, focus, nu.
Zeven keer had hij geschoten; zeven dodelijke slachtoffers.
Lucia begint te huilen.
‘Vergeet hem Herman, het is ons kind niet meer.’
‘Ik zeg het je nog eenmaal, of je het nu begrijpt of niet: we blijven verantwoordelijk als ouder. En dus ga ik naar hem toe. ’
In de keuken pakt hij zijn lunchpakket in met de precisie waarmee hij tot voor kort zijn geweer weglegde. Krentenbollen, appels, een flesje water en een mes.
‘Je hoeft niet op mij te wachten. Het is een flink eind rijden, ik kom vanavond niet meer thuis.’
Vastberaden sluit hij de deur. Verantwoordelijkheid nemen.
Na vier maanden zal hij zijn zoon voor de eerste keer weer zien. Hij stelt zich voor de zoveelste keer voor hoe die eerste ontmoeting zal zijn. Hoe hij even alleen mag zijn met zijn zoon.
Rust, concentratie, focus, nu.