Ineens staat ie d’r weer. Vader!… Rechtop… In de tijd… Vader met zijn grote bek. Tijdwaarnemer bij de HTM. Daarom die chronometer. Van groot belang dat je weet wat een chronometer doet… Hij dwingt. Hij heerst. Hij maakt je gek… Harstikke gek!.. Een nauwkeurig uurwerk!… Op de honderdste seconde nauwkeurig!… Gebruikt bij snelheidswedstrijden. Nauwkeurig aangeven van het tijdsverloop. Ogenblik van vertrek. Ogenblik van aankomst. En Daartussenin?…Daartussenin lag je leven!…
De avonden. Ik vang flarden op van gesprekken tussen vader en moeder. Want we wonen klein. En allengs begrijp ik. Ze hebben het over vaders werk. Vader houdt alles bij. Met zijn chronometer! In zijn functie van tijdwaarnemer bij de tram… Controleur der dienstregeling. Punctuele controle der tijden van vertrek en aankomst. Verschillende tramlijnen. Teruggebracht tot meters per seconde! Een en ander gekoppeld aan zekere trambestuurder… En na verloop van tijd zijn leven niet meer zeker. Vader!… Teruggebracht tot meters per seconde. Althans, bij de Hollandse Tram Maatschappij.
We verhuizen ineens van Den Haag naar Haarlem. Daar gaat vader opnieuw aan de slag. Met zijn chronometer. Nu bij de firma Johan Enschedé en znn. Gerenommerd familiebedrijf in waardepapieren en papiergeld. Vaders bezetenheid wordt eindelijk op waarde geschat. Krijgt snel een vaste aanstelling. En opslag. Wordt chef van het Bedrijfsbureau. Kantoor vol arbeidsanalisten. Op zoek naar de tijd…
Zondags zwaait vader thuis de scepter. De tijd lijkt vleesgeworden. In die rusteloze en gedreven gedaante. Met zijn chronometer. Vastbesloten om van deze vrije dag geen sekonde verloren te laten gaan. Moeder voegt zich zwijgend in zijn grote schaduw. Als heeft zij het al opgegeven… een eigen leven. Zo staat vader zondags al om acht uur in de keuken. Aan het granietmarmeren aanrecht. Naast moeder… Haar handen in niet te overdadig sop van de afwas. Een zekere hoeveelheid. In de tijd haar toegemeten door mijn vader. Zo jong als ik ben. Ik sta daar te kijken… Stilletjes. Op de drempel. Van de hal naar de keuken… als iemand mij vlak voor de dood zou vragen… Wat heb jij nou eigenlijk met je leven gedaan?… dan zou ik niet anders kunnen antwoorden dan de waarheid! Dat ik altijd en alleen maar heb waargenomen hoe de tijd voorbijgaat. Als kleine stukjes niets, die nergens vandaan komen, en nergens heen gaan.
Elke zondag gaan wij wandelen. Zelfde route. Zelfde tijd. Mijn vader hecht erg aan constanten. Vanwege de berekeningen! We gaan van Haarlem-Noord, via Het Zwarte Pad naar Santpoort. Pad van zwarte, fijngemalen sintels. Van de Hoogovens in IJmuiden, aan de horizon… Links, de tuinderijen in de lucht van stront. En de bloemkolen. Vader zegt dat de boeren zelf op de aarde schijten. Maar dat wij de bloemkolen moeten eten. Rechts naast het pad, de sloot. Op haar oevers Gele Morgenster, Dagkoekoeksbloem en Zuring. Omdat we zo snel lopen, bloeien alle planten in mijn herinnering tezelfdertijd. Lente, zomer, herfst en winter, worden er teruggebracht tot één jaargetijde.
Mijn zusje kan nog niet zo snel lopen. Moeder moet haar duwen. Of dragen. Vanwege de kostbare tijd. Vader loopt altijd achteraan. Met zijn chronometer. Roept telkens “Fietsers”! Of : We liggen nog op schema”… Maar waar wij de buitentuinen van het Provinciale Ziekenhuis passeren, vind ik tijd voor een wonder. “Kijk, jongens”, roept vader luid. Met de chronometer in de ene en het blocnootje, in de andere hand. “Aan onze linkerhand lopen de gekken”…
Als kind verlang ik naar deze bevrijding. Wil daar zelf wel door die tuinen dwalen. Pas later begrijp ik … Schizofrene patiënten. Met een door medicatie veroorzaakte vorm van Parkinson. Waardoor zij stram en houterig, zich schoksgewijs voortbewegen, gebaren… Vertraagd als het ware… Buiten de tijd… Buiten vaders tijd zelfs… Waardoor het lijkt, alsof we hier in de buitentuinen van de psychiatrische inrichting, de ridders en jonkvrouwen al tegenkomen uit vroeger tijd. Die wij straks in de lege Ruïne moeten ontberen. Maar eenmaal met het beeld van deze ridders en jonkvrouwen in het hoofd gezet, kan ik straks in de Ruïne, de binnenplaatsen tussen de Donjons, en loopbruggen, en roodstenen wenteltrappen bevolken. Tot wij weer in het schema van vader worden opgenomen… Huiswaarts keren.
En als wij kinderen dan naar bed zijn, pakt mijn vader zijn millimeterblok en zet er de hele zondag op uit met maat en getal, in grafieken. Sochtends zie ik dan terug hoe vader onze vrije zondag heeft beleefd. Op zalmkleurige vellen, vol grillige frequentiepolygonen!