Hij staat achter het elektriciteitshuisje met zicht op de burgemeesterswoning en de lege privé-parkeerplaats. Zijn slapen tintelen, zijn mond is droog, z’n maag protesteert. Wat is dat toch met hem de laatste tijd, vraagt Sitonnit zich af. Hij moet zijn kop erbij houden. Daarom dronk hij maar drie biertjes en snoof hij alleen een paar lijntjes coke. Om alert te blijven. Ondanks zijn kolossale lichaam voelt hij zich zo licht als een ballerina. Sitonnit dankt zijn bijnaam aan die keer dat een irritante hangaround, die verdacht werd van lekken naar de politie, hem ook nog eens voor baardaap uitmaakte. Dat pikte hij als Sergeant at Arms natuurlijk niet. Toen die gast met zijn kop boven de bank hing om zijn aansteker eronder vandaan te vissen is hij met zijn 145 kilo erop gaan zitten. Ze waren allemaal lazarus en hebben zich kapot gelachen. Toen het gekreun was gesmoord bleek die gozer te zijn gestikt. Sitonnit had er niks van.
Opdracht van de President is de auto van de burgemeester in de hens te steken. Als antwoord op de brief die de Hells Angels ontvingen van de gemeente, waarin stond dat hun clubhuis eind deze maand wordt verzegeld. Motoren en materialen zullen in beslag worden genomen. Al jaren geleden trok de gemeente de vergunning in omdat er een nieuwe woonwijk komt op het terrein van het clubhuis. Ze zijn daar gewoon gebleven omdat ze een harde toezegging hadden van wethouder Broekmans voor een nieuwe plek ergens in Amsterdam. Daarvoor hadden ze dat gemeentemannetje niet eens hoeven molesteren. Eerst een paar dagen met een sliert Harley’s langs de basisschool brommen op het moment dat zijn vrouw de kinders kwam ophalen. Daarna hadden ze Broekmans in de parkeergarage met zijn strot tegen de muur gedrukt tot hij rood aanliep en z’n urine liet lopen. Dat was voldoende om hem zijn toezegging te ontlokken. Loud and clear. Bij die kloot van een rechter heeft Broekmans dat niet durven herhalen. Nou hangt er een dwangsom van 140.000 euro boven hun hoofd. Sitonnit vloekt inwendig en spuugt op de grond.
Ze wachten al een half uur. De auto had er allang moeten staan. Bek houden, zegt Sitonnit in zijn microfoontje als Ferry voor de derde keer vraagt wat het plan is. Ferry is een zenuwlijer. Ferry staat achter de eik met een brandbom, vlakbij de vluchtmotor. Sitonnit is er niet gerust op. MC Holland is steeds negatief in het nieuws. De ontruiming van het clubhuis stond op de voorpagina van Het Parool. Heeft de burgemeester politiebescherming? Hebben ze een bewakingscameraatje over het hoofd gezien? Weer kramp in zijn maag. Hij snapt het niet. Als Sergeant at Arms heeft hij de meeste speldjes van de hele Chapter voor lastige klusjes. Vroeger lag hij nooit ergens wakker van. Vroeger, toen Brenda nog leefde, voordat de borstkankerorkaan zijn verwoestende sporen naliet. Voor ze zijn Angel in Heaven werd. Hij denkt aan Brenda in het bed in de huiskamer. Na schooltijd kroop Jolletje naast haar en keken ze samen tv. Dan kon hij wel janken, als hij zijn wijffies zo zag liggen. Vanaf haar bed regelde Brenda met een blos op haar wangen allerlei zaken voor een leven waarvan ze zelf geen deel meer zou uitmaken. Ze zag er gek genoeg best goed uit met die sjaal. Maar hij trok het niet om haar zo te zien aftakelen. Met zijn drietjes leefden ze in niemandsland, waar geen plannen voor de toekomst of vakantie werden gemaakt, waar alles verdubbelde. Dubbel zoveel genieten van kleine dingen, dubbel zoveel zorgen maken, dubbel zoveel lachen en vooral dubbel zoveel huilen. Waren het soms die rottige kankercellen die een weke plek in zijn uitgeharde karakter veroorzaakten?! Die venijnige cellen die aan de chemo wisten te ontsnappen en haar alles ontnamen, gaven hem juist iets. Een moederinstinct, of zo. Zoals het gehoor dat scherper wordt bij iemand die blind is geworden, zo kreeg hij er een portie vrouwelijke hormonen bij. Mocht hem nu iets overkomen, dan neemt Brenda’s moeder de zorg voor Jol op zich. Maar dat is precies wat hij niet wil. Na dat dubbelleven is hij driedubbel zo bang geworden om wat hij te verliezen heeft. Het is zíjn meissie.
Als de Volvo de hoek omslaat stroomt de adrenaline en dreunt zijn hartslag door zijn kop. Zijn ademhaling zit hoog in zijn borst, zweetdruppels sijpelen langs zijn gezicht zijn baard in. Hij ziet flonkerende glittertjes zweven. Opgelet, fluistert hij Ferry toe. De burgemeester stapt uit en opent de achterdeur van zijn auto. Hij pakt zijn aktetas, denkt Sitonnit. Maar dan stapt Jolletje uit. Ze zwaait, maar niet naar hem. Achter het slaapkamerraam ziet hij Brenda staan. Ze heeft al haar krullen weer en zwaait terug.
Hij is even weg geweest, hoelang weet hij niet. Van een paar tikken van Ferry op zijn wang komt hij bij kennis. Wég hier!, sist hij. Maar…, zegt Ferry, met de brandbom nog sullig in zijn hand. Effe niet lullen en maak dat klere ding onklaar, snauwt Sitonnit. Ferry start de motor.