Na een paar keer verkeerd te zijn gelopen, arriveerde ze op de bestemming. Een verwaarloosd pand leek de locatie te zijn van de laatste test. De secretaresse van Old friends b.v. waar ze had gesolliciteerd zei al dat ze van uitdaging moest houden. Nou, daar hield Annette wel van. Met moeite kreeg ze de grote deur open. Niet verder dan een flinke kier. Ik mag wel eens wat aan de lijn gaan doen, dacht ze, ik pas er amper door. De laatste jaren waren haar letterlijk op het lijf geschreven, zoetekauw dat ze was. Eenmaal binnen zag ze de grootte van de locatie. Talloze trappetjes naar boven en beneden. Op elk plateau lagen spullen, zo leek het. De muren vol met posters en schermen. In het midden een indrukwekkend hoge maar vreemde bak. Met een klap viel de deur achter haar dicht. Annette kreeg met geen mogelijkheid beweging in de klink van de deur. Ze leek wel te zijn opgesloten.
‘Goeiemiddag, welkom bij Escape from your life.’ Een stem, die haar vaag bekend voor leek te komen, schalde uit een luidspreker.
‘Eh, goeiemiddag’, stamelde Annette. Haar eigen stem leek haast wel van een ander, zo benepen klonk het.
‘Annette, dit is een test op doorzettingsvermogen en stressbestendigheid. Je hebt een uur om de code te kraken van de deur. Lukt het je, dan hoor jij bij ons team.’
‘Kom jij de deur open doen als ik de code niet kraak?’, grapte Annette nog, maar de stem antwoordde niet meer.
Op één van de schermen verscheen een aftelklok. Zestig minuten. Goed, waar zou ze beginnen? Het waren nogal wat trappetjes. Ze besloot eerst de plateaus te bezoeken die naar beneden liepen. Op diverse treden lagen stukken van een legpuzzel. Een makkie. Ze verzamelde ze allemaal. Het werd een foto. Hé, dat is het lyceum. Zou die school nog bestaan? In de linkerbovenhoek verscheen een letter: K. Oké, onthouden. Ze klom weer naar boven. Een tafel met een krant die gedateerd was op april 1985. De letter ‘A’ van april was onderstreept. Onder een stoel zat een sleuteltje geplakt. Te klein voor de magazijndeur, maar dat verraste haar niet. Nog vijfentwintig minuten. Posters om haar heen toonden popartiesten uit haar jeugd. Op een enorme filmposter ‘Back to the future’. Dat was gaaf toen, met haar drie hartsvriendinnen naar die film. Ze had helaas geen contact meer met hen. Eentje scheen op het verkeerde pad beland te zijn en een andere zat door psychiatrische problemen voorgoed in een kliniek. En dan Suzie. Dat was verschrikkelijk geweest. Die avond in…
Ineens bekroop Annette een vreemd gevoel. April 1985, de foto van de school. Het zal toch niet? Dat kan toch niet? Niemand wist van die fatale avond af. En zij was de enige die nog in leven was. Althans, gezond en wel. Doe normaal, dacht ze, dit is een sollicitatie. Paniekzaaier. Twintig minuten. Verder met de puzzels. Bij een doolhofpuzzel kwam er weer een ‘A’ uit. Op een ander plateau stond een kastje. Gelukkig, het gevonden sleuteltje paste. Annette opende het deurtje en daar lag een cassettebandje in met een ‘R’ erop. Er lag ook een pen met UV lampje. Ze scheen er mee op het bandje. Niks. Ze rende terug naar waar de krant lag. Ook niks. Ze werd nerveus en moe. Tien minuten nog. Toen viel haar op dat op één plek geen poster hing. Ze scheen er met het lampje op en inderdaad, daar verscheen een boodschap:
Woorden kun je niet altijd terugdraaien. Ga naar het bovenste plateau.

Rennend naar boven dacht ze ondertussen na over de letters die ze nu had: K, A, A, R, W. Buiten adem kwam ze boven aan. De hoogte duizelde haar. Het woord ook. Wat was dit? Ze vond een cassetterecorder. Ze stopte het bandje erin en drukte op play. Ze schrok van de stem.
‘Ik kan niet meer leven, al dat getreiter. Waarom schreef Annette dat? Nu pest iedereen mij. Ik ben dik door een schildklieraandoening, niet door snoepen.’
En zo ging Suzie door. Annette kreeg buikpijn. Wat gebeurt hier? Plotsklaps schalde de stem weer uit de speakers.
‘Annette, heb je het woord teruggedraaid?’
‘Wraak’, fluisterde ze.
‘Juist, en weet je nog wat jij destijds op de schoolmuur schreef?’
‘Suzie houdt van suikerspin, wie er zoveel snoept die blijft erin.’
‘Precies. Daarom zal onze wraak zoet zijn.’
‘Onze?’
‘Ja’, hoorde ze een andere bekende stem zeggen, ‘je hoort het goed. Wij zijn de eigenaresses van Old friends b.v. Jouw idiote en criminele vriendinnen. Maar de echte criminele gek ben jij. Door jou pleegde Suzie zelfmoord.’
‘Wat! Maar… Laten jullie me wel gaan? Alsjeblieft!’
‘Tuurlijk. Je hebt nog two last minutes of fame.’
Een schijnwerper ging aan. Een glimmende sleutel hing aan het plafond, recht boven de bak, die open ging. Een mierzoete bekende lucht prikkelde haar neus. Om bij de sleutel te komen moest ze een aanloop nemen. Maar hoe zou ze landen? Toen ze misgreep dacht ze, vallend richting de bak met het roze plaksel, aan haar laatste woorden aan Suzie: wie er zoveel snoept die blijft erin.